Zo kan zelfs de Europese Centrale Bank helpen om klimaatverandering tegen te gaan

De Europese Centrale Bank moet en zal een neutraal instituut blijven. Toch kan de bank helpen bij het beperken van de opwarming van de aarde. En dat zónder haar onafhankelijkheid aan te tasten, denken economen.Bankbiljetten printen om de economie te vergroenen: het klinkt te mooi om waar te zijn. Toch is er een aanzwellend debat onder economen of de Europese Centrale Bank (ECB) een rol kan spelen bij het terugdringen van CO2-uitstoot.

Het is een onderwerp waarbij op eieren wordt gelopen. Een centrale bank is immers een neutraal instituut bij uitstek. Die is, in de hedendaagse opvatting, hoeder van de financiële stabiliteit. Politieke overwegingen zijn taboe voor centrale bankiers. Voor de ECB luistert dat extra nauw omdat landen voor hun gezamenlijke munt, de euro, zeggenschap uit handen hebben gegeven. Iedereen herinnert zich het laveren tussen de vermeende spilzieke Zuid-Europeanen en de zuinige Noorderlingen na de financiële crisis van 2009. Elke actie van de ECB ligt onder een vergrootglas.

Duizelingwekkend

Tegen die achtergrond waagt een aantal economen het de besluiten van de centrale bank door een klimaatbril te bekijken. De ECB voert immers, net als de Amerikaanse Fed, een zeer ruim geldbeleid de afgelopen jaren. Dat betekent dat er een gigantische hoeveelheid geld in de economie is gepompt met het doel die draaiende te houden. Met het zogeheten QE-programma, quantative easing, heeft de ECB sinds 2015 een duizelingwekkende 2600 miljard euro gecreëerd.

Met dat nieuwe geld zijn obligaties en leningen van landen en bedrijven opgekocht. De opzet was om het financiële systeem, vooral banken, lucht te geven om meer kredieten te verstrekken en zo de economie aan te zwengelen. Dat is maar ten dele gelukt, veel geld is in het financiële systeem blijven hangen en heeft de echte economie niet bereikt. Inmiddels is het beleid minder ruim. Maar de ECB houdt de geldvoorraad op peil. Zodra leningen aflopen koopt de centrale bank dus opnieuw financieel waardepapier op.

De vraag die de economen nu opwerpen is: valt er met die aankopen te sturen? Zou de ECB bijvoorbeeld gericht groene obligaties kunnen bemachtigen om de markt voor duurzame investeringen te helpen? Ja, stelde de Belgische econoom Paul de Grauwe onlangs in een column, zolang de inflatie maar niet te hard stijgt. Dat is namelijk het kerndoel van de ECB: de geldontwaarding net onder de 2 procent houden.

Ernst van klimaatverandering

De ECB moet dan wel keuzes maken. Bevordert het publieke of private investeringen, hernieuwbare energie of kerncentrales, openbaar vervoer? Dat zijn politieke besluiten die niet op het pad van een centrale bank liggen. Een weg hieruit kan zijn om er een – bestaande – financiële instelling tussen te hangen, suggereert De Grauwe. Dat kan de Europese Investeringsbank (EIB) zijn, een instelling die met goedkeuring van de landen geld in de Europese economie steekt. De landen kunnen richtlijnen maken voor duurzame investeringen ter waarde van – De Grauwe doet maar een gooi – 1000 miljard euro. De ECB kan die leningen vervolgens opkopen. De prijsstabiliteit hoeft hierdoor in het geheel niet in gevaar te komen.

Er valt hier tegenin te brengen dat de ECB op die manier allerhande sociale doelen zou kunnen steunen, zoals armoedebestrijding. Gezien de ernst van klimaatverandering, die het bestaan van mensen dreigt aan te tasten, vindt De Grauwe het niet zo gek om de geldscheppende kracht van de ECB hiervoor te gebruiken.

DE ECB betrekken bij klimaatbeleid valt ook nog op een andere, meer fundamentele, manier te motiveren, volgens de Nederlandse econoom Dirk Schoenmaker. Natuurlijk is het zo dat een centrale bank ‘markt-neutraal’ moet zijn, stelt  de Rotterdamse hoogleraar Schoenmaker in een recent gepubliceerde studie. Alleen: de markt zelf is niet neutraal. Die neigt er namelijk toe CO2-intensieve bedrijven, zoals in de olie- gassector, te bevoordelen omdat die relatief veel kapitaal nodig hebben. Neutraal inkopen betekent dus dat de ECB het beleid van de eigen EU om zich aan het klimaatakkoord van Parijs te houden, zou ondermijnen. Dat kan niet de bedoeling zijn, betoogt Schoenmaker.

Behoedzaam

Zo’n ongerijmdheid is nog niet genoeg voor een centrale bank om het beleid te veranderen. Het ‘mandaat’ van de geldhoeders ligt zwart op wit vast om elke twijfel over de onafhankelijkheid weg te nemen. Maar wie dat goed leest, ziet daarin een opening om het geld groener aan te wenden. Prioriteit nummer één is, zoals gezegd, prijsstabiliteit, ofwel de inflatie in de klauwen houden. Prioriteit nummer twee is het bevorderen van economische groei. De Europese Unie hanteert daarvoor een brede definitie van economische groei en die is niet ‘zo hoog mogelijk’. Het EU-verdrag spreekt van ‘de duurzame ontwikkeling van Europa gebaseerd op gebalanceerde economische groei’ die samen moet gaan met ‘een hoog niveau van bescherming en verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving’.

Die woorden bieden genoeg houvast aan de ECB om de afgesproken klimaatdoelen mee te wegen bij wat de bank doet. Bovendien, voegt Schoenmaker toe, is de schade die broeikasgassen toebrengen, niet goed beprijsd. Het uitstoten van CO2 is slechts ten dele belast, veel te weinig om de klimaatdoelen afgesproken in Parijs te halen. Obligaties en leningen in de fossiele sector zijn daardoor riskanter dan ze lijken. Ze dreigen hun waarde te verliezen als landen serieus werk maken van klimaatbeleid.

Nu heeft de ECB zelf ook erkend dat klimaatverandering de bezigheden van de bank raakt. In behoedzame uitlatingen, maar toch. Schoenmaker laat zien wat er gebeurt als de bank daar ook naar zou handelen. Simpel gezegd: er staat nu teveel fossiel op de balans omdat relatief veel kapitaal daarnaar toe vloeit. Dat geldt voor de belangen in de private sector, met leningen van landen is geen klimaatbeleid te voeren. De CO2-voetafdruk van die private portefeuille is met 44 procent terug te dringen, berekent de econoom. En dat is dan echt niet het gevolg van een radicale koerswijziging, het gaat om een bescheiden verschuiving omgeven met vele, technische, voorwaarden om de politieke factor uit te sluiten.

Het resultaat van zo’n verplaatsing is niet alleen dat het klimaatrisico voor de ECB zelf kleiner wordt, maar vooral dat duurzame investeringen relatief aantrekkelijker worden. Dat versnelt de overgang naar een fossiel-arme economie. De ECB zou daarmee, hoopt Schoenmaker, ook een krachtig groen signaal geven aan de hele financiële sector.

Centrale bankiers willen actie voor klimaat

Een grote groep centrale banken heeft vorige week opgroepen tot actie tegen klimaatverandering. Ze gingen niet de straat op met spandoeken maar kwamen bijeen in Parijs om, voor het eerst gezamenlijk, de financiële sector te waarschuwen voor de financiële risico’s van opwarming van de atmosfeer.

De groep vormt het zogeheten ‘Network for Greening the Financial System, in 2017 opgericht door de Banque de France. Het netwerk telt inmiddels 34 financiële instellingen vanuit de hele wereld en wordt voorgezeten door Frank Elderson, directielid van De Nederlandsche Bank. Sinds vorig jaar is ook de Europese Centrale Bank aangesloten bij het netwerk. Het is de eerste keer dat het netwerk een gezamenlijk rapport naar buiten brengt.

Nu al zijn de kosten van klimaatgerelateerde rampen hoog, constateren de bankiers. De verzekerde schade is de afgelopen decennia met een factor vijf toegenomen. Het bestaan van mensen, hun gezondheid en welzijn wordt bedreigd door hittegolven, droogtes, stormen en overstromingen. De centrale bankiers roepen daarom de financiële wereld, en ook zichzelf, op hun beleid af te stemmen op de realiteit van klimaatverandering. Voor verzekeraars betekent dat bijvoorbeeld het in kaart brengen van mogelijke schade, voor banken, ook centrale, het doorlichten van de portefeuille op CO2-uitstoot. Klimaatverandering bedreigt de financiële stabiliteit, waarschuwt de groep, maar biedt ook kansen voor groene investeringen. Het is zaak dat de sector de risico’s en scenario’s beter in kaart brengt, ook bedrijven aanzet om dat te doen en de resultaten openbaar te maken. Want om in 2050 op netto nul CO2-uitstoot uit te komen, is een en enorme verschuiving van kapitaal nodig, stelt de groep.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*