Wat eten we morgen? UCL wint eerste prijs Ecotrophealia

Wat eten we morgen? De winnaars van de prijs “Food At Work Ecotrophelia” geven nu al een antwoord op deze belangrijke vraag, die vandaag de dag actueler is dan ooit, in de vorm van innovatieve producten die binnenkort in de schappen zouden kunnen liggen. UCL Louvain won met hun product “Aloya”, een yoghurt verrijkt met noten en microalgen, die een bron van omega-3 vetzuren is.

Globaal gezien duiken er 5 trends op: meer evenwichtige en duurzame producten, “zero waste”, alternatieve eiwitbronnen, diversiteit en “on-the-go-voedsel”.

Dit jaar won een team van UCLouvain de eerste prijs in een wedstrijd die bedoeld was om jongeren aan te moedigen carrière te maken in de grootste industriële sector van België Ze wonnen met hun product “Aloya”, een yoghurt verrijkt met noten en microalgen, die een bron van omega-3 vetzuren is.

“Door de crisis beseffen de mensen nu meer dan ooit dat we dankzij vele #FoodHeroes elke dag eten en drinken. Onze bedrijven zijn ook voortdurend op zoek naar wetenschappelijk en technisch talent om in te spelen op nieuwe trends en veranderingen in het consumentengedrag”, aldus Jan Vander Stichele, President van Fevia. “Jonge mensen die deelnemen aan de Food at Work Student Awards, onze jaarlijkse innovatiewedstrijden, hebben de mogelijkheid om deel te nemen aan de voeding van de toekomst en tegelijkertijd de vele carrièremogelijkheden in onze industrie te ontdekken.

En de winnaars zijn…

Met de Food At Work Ecotrophelia Awards wil de voedingsindustrie universiteitsstudenten motiveren om te kiezen voor een carrière in de beste industrie. Om dit te bereiken stimuleert de industrie jonge mensen om een duurzaam en innovatief voedingsproduct te ontwikkelen. Door de crisis konden dit jaar slechts 18 teams van universiteitsstudenten hun product aan een jury van presenteren.
Dit jaar ging de eerste prijs naar een team van de Franstalige Katholieke Universiteit Leuven met het product Aloya: een yoghurt verrijkt met noten en microalgen. Met dit evenwichtige product willen de studenten van UCLouvain inspelen op het gebrek aan omega-3-vetzuren bij veel consumenten. Als winnaars van de Belgische competitie zal dit team ons land ook vertegenwoordigen op de Europese Ecotrophelia-wedstrijden in Parijs in oktober.

Thomas More University

De tweede prijs gaat naar de studenten van de Thomas More University campus in Geel met PoirOat, een smakelijk ontbijtproduct gemaakt van 60% peer, rijk aan eiwitten en vezels. PoirOat is niet alleen evenwichtig en glutenvrij, maar gebruikt ook afvalproducten zoals perenpulp van de Belgische Conferentie en wei als basisingrediënten.

Eervolle vermelding

Dit jaar werd de eervolle vermelding toegekend aan een team van studenten van de Haute Ecole Charlemagne – ISIa Huy voor hun product Breadies: een heerlijk koekje van onverkocht brood.

En de jury kende een speciale vermelding toe voor de ondernemersgeest van een team uit Heilig Grafinstituut dat Seameat Burger ontwikkelde zonder de supervisie van een leraar: een vegetarische burger omgeven door een laagje algen.


5 nieuwe trends in de raad van bestuur van Fevia


Onze innovatiegroepen Flanders’ FOOD en Wagralim namen deel aan de jury om de teams en hun producten te beoordelen. Er zijn al 5 trends te onderscheiden in producten die door de jongeren zijn ontwikkeld, trends die ook in onze huidige voedingsbedrijven worden weerspiegeld

  1. De eerste trend is de zoektocht naar antwoorden op de vraag naar meer evenwichtige en duurzaam geproduceerde voeding. “Voedingsbedrijven spelen hierop in door te investeren in innovatie om het voedingsaanbod evenwichtiger te maken, zonder in te boeten op kwaliteit. De voorbije jaren ging er veel aandacht naar producten met minder suikers, vetten en zout terwijl we nu steeds meer gaan voor meer vezels, bijvoorbeeld via volkoren producten. Daarvan weten we dat we de grootste impact op de volksgezondheid kunnen hebben”, benadrukt Bart Buysse, CEO van Fevia.  
  2. De tweede trend is er één die al een tijdje aan populariteit wint: zero-waste. Voedingsbedrijven proberen niet alleen zo weinig mogelijk energie en water te verbruiken in de productie maar zetten steeds meer in hergebruik van materialen en grondstoffen tijdens productieprocessen. Nevenstromen uit de productie krijgen steeds vaker een “tweede leven” als ingrediënten in innovatieve nieuwe producten. Dergelijke producten helpen in de strijd tegen voedselverlies en zijn vaak ook nutritioneel voordelig.
  3. Ook de vraag naar alternatieve eiwitbronnen blijft een opmars kennen. “Meer en meer mensen zoeken naar variatie in hun voeding en dat biedt veel potentieel voor onze voedingsbedrijven. We zien bedrijven investeren in lokale productieketens met veel toegevoegde waarde, zoals erwten of tarwe, waardoor ze kunnen beantwoorden aan consumententrends met lokale ingrediënten”, zegt François Heroufosse, algemeen directeur van Wagralim.
  4. Een vierde trend is de zoektocht naar meer diversiteit: van biodiversiteit op het land tot variatie op ons bord. “Nieuwe gewassen betekent meer mogelijkheden voor landbouwers om af te wisselen en ecologische voordelen na te streven. Tegelijk is de consument ervan bewust dat zo divers mogelijk eten voordelen heeft voor de gezondheid. Het is opvallend dat we tijdens de coronacrisis meer lokaal kopen, dus dat biedt perspectieven om hier diverse ketens uit te bouwen,” aldus Inge Arents, algemeen directeur van Flanders’ FOOD. Ongeveer 2/3 van alle grondstoffen die in de Belgische voedingsbedrijven worden verwerkt komen uit eigen land.
  5. De vijfde trend is food “on-the-go”. Door de coronacrisis consumeren we opnieuw meer in ons kot, maar er was weldegelijk een trend om meer onderweg te eten en drinken. We hebben minder tijd en zoeken naar een snelle hap, maar we leggen ook daar de lat steeds hoger. Ook onderweg willen we oplossingen die lekker, evenwichtig en duurzaam geproduceerd zijn

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*