Van biohopteler tot -brouwer

Joris Cambie uit Poperinge is niet alleen de grootste biologische hopteler op Belgisch grondgebied, maar hij is merkwaardig genoeg ook vrij actief als brouwer van enkele biobieren. Deze pionier beschikt over een vrij uniek inzicht op de beloftevolle toekomstkansen die beide sectoren in zich dragen.

Joris Cambie is aldus vrij vertrouwd met de verschillende productiefasen, maar ook met de rechtstreekse én de onrechtstreekse distributie van dit edele gerstenat.

Hopteler

Omstreeks het jaar 1993 nam hij het landbouwbedrijf van zijn vader over in de Elverdingsweg 16 te Poperinge. Dit bedrijf was dan ook voor een flink deel het resultaat van verschillende opeenvolgende generaties hoppeboeren.

Bij de overname bestond ruwweg tien hectaren van de grondoppervlakte uit hoppevelden, terwijl zowat 5 hectaren aan meer klassieke landbouwteelten zoals mais, prei en aardappelen gewijd waren. Gaandeweg maakte Joris Cambie echter kennis met het fenomeen biolandbouw. “Ik was daar eigenlijk vooral nieuwsgierig naar, en vanaf een bepaald moment wilde ik dan ook eens in de praktijk uittesten wat dat allemaal inhield.” Joris Cambie startte hierbij op een voorzichtige manier, en schakelde de vijf hectaren grond met de klassieke teelten vervolgens geleidelijk aan om tot biolandbouw. “En die omschakeling verliep redelijk goed.”

Biologische hoppe

Omstreeks het jaar 1998 kwam Joris Cambie eerder toevallig in contact met een Duitse biologische hoppeboer. Nieuwsgierig ging hij ter plaatse een kijkje nemen. “De praktische ervaringen die hij met mij uitwisselde, bevestigden veel zaken die ik zelf al wist of vermoedde, maar ze maakten mij vooral duidelijk dat biologische hoppeteelt ook in België haalbaar moest kunnen zijn.”

Vervolgens bezocht Joris Cambie verschillende biologische hoppeboeren in Engeland (die vooral in het graafschap Kent actief zijn). Uiteindelijk sloot hij zich dan ook aan bij een Engelse coöperatie die zowel gangbare als biologische hoptelers verenigt.

In de periode 1998-1999 startte Joris Cambie met een eerste perceel “biohoppe in omschakeling”. “Gewoonlijk duurt het een drietal jaar voordat een stuk landbouwgrond als honderd procent biologisch erkend kan worden.” En deze hoppe werd grotendeels verkocht via die Engelse coöperatie.

Op een bepaald moment kwam Joris Cambie voor de keuze te staan of hij wel (of niet) voor al zijn velden op biologische hoppe zou overschakelen. Een gesprek met een Engelse brouwer – die hem verzekerde dat hij heel wat van die biohoppe zou kunnen gebruiken en aankopen – zorgde er mede voor dat deze stap uiteindelijk gezet werd.

Omschakeling

De bestaande hoppevelden werden aldus (geleidelijk aan) volledig biologisch uitgebouwd, terwijl de voormalige groentevelden – waarvan de grond reeds als bio erkend was – met hoppestaken bedekt werden. “Bij biolandlandbouw moet je vooral op een preventieve manier tewerk gaan, waarbij je ervoor moet zorgen dat jouw arbeid hoofdzakelijk gericht is op het voorkomen van problemen zoals ziektes en plagen. En dit is veel beter dan een verziekte situatie die je achteraf moet genezen, want wanneer je bijvoorbeeld met natuurlijke onkruidbestrijders moet werken – waarvan er een aantal in de biolandbouw toegelaten zijn – is het vaak al te laat. Bovendien zijn zo’n natuurlijke bestrijdingsmiddelen meestal vrij duur.”

Zo vormt de rode spin een stevige uitdaging voor elke hoppeboer. “En ook hier komt het er vooral op aan om alles zo goed mogelijk in de gaten te houden. Je zorgt er bijvoorbeeld voor dat de grond onder de hoppestaken gezond blijft en regelmatig bewerkt wordt, waardoor er niet teveel (onkruid)planten kunnen groeien. En als gevolg hiervan zal de rode spin dan ook te weinig plantaardige voeding op de bodem ontmoeten (om lang op dezelfde plek te kunnen blijven).”

Opkomst biobieren

In elk geval is Joris Cambie nu (met ruime voorsprong) de grootste biologische hoppeboer op Belgisch grondgebied. En net als zijn collega-hoppetelers uit de gangbare landbouw merkt hij duidelijk dat de Belgische brouwerijen de laatste jaren steeds meer gebruik maken van ons binnenlands hoppe-aanbod (naast de klassieke invoer uit Engeland, Duitsland en Tsjechië). Bovendien voelt hij tevens de sterke (en vrij recente) opkomst van de biobieren op Europees niveau. Zo levert Joris Cambie bijvoorbeeld hoppe aan Brouwerij Roman voor de biobieren Adriaen Brouwer Tripel en Adriaen Brouwer Oaked. Belangrijke Waalse hoppeklanten zijn dan weer de brouwerijen Saint-Feuillien en Lupelus. En verder is er ook nog de nabijgelegen Noord-Franse brouwerij Trois-Monts (www.3monts.be), die sterk groeit en steeds meer op de Belgische markt actief is.

Brouwer

Op een bepaald moment waagde Joris Cambie zich echter ook op het schuimrijke pad van de bierbrouwer. Als lid van de Poperingse Bierclub kwam hij namelijk omstreeks het jaar 2010 (na een tooggesprek) op het idee om zelf eens als hobby bier te brouwen. Binnen deze vereniging kwam hij tevens in contact met hobbybrouwer Kris Langouche. Deze hobby liep uiteraard ietwat uit de hand, waardoor Kris Langouche enkele jaren later als voltijdse brouwer in dienst van Joris Cambie optrad. En voor deze brouwerij werd de toepasselijke naam De Plukker (www.plukker.be) gekozen. “Dankzij Kris kan ik nu zowat twee procent van mijn hoppe in mijn eigen brouwerij gebruiken. En gelukkig kan hij zich met de nodige passie over het brouwproces ontfermen, want zelf heb ik al meer dan voldoende werk met het kweken van de hoppe.”

De distributie van de vier Plukker-biobieren (Keikoppenbier, Rookop, Tripel Plukker en Kasteel Beauvoorde) gebeurt vooral via gespecialiseerde kanalen zoals de groothandel (bijvoorbeeld Biosano in Wommelgem), de Bio-Planet-winkels en drankenhandels. Verder zijn er ook nog een reeks cafés plus de eigen, rechtstreekse verkoop op zaterdagnamiddag.

Rechtstreekse verkoop

Op dit moment bedraagt het volume zowat 850 hectoliter biobier. “Nu hebben we het productieproces zowat volledig in eigen hand. Zo maken we onze pellets (gedroogde hoppekorrels) helemaal zelf.”

In de nabije toekomst zou Joris Cambie vooral het verdienmodel willen bijschaven door een grotere rechtstreekse verkoop via een geoptimaliseerde brouwerijwinkel – een wens die nog versterkt wordt door twee virusrijke Covid19-lockdowns. En hiertoe zou hij graag ook het interieur van de brouwerij aantrekkelijker maken voor de bezoeker, met bijvoorbeeld een nieuwe brouwzaal plus een visueel uitzicht op de omliggende hoppevelden. De kracht van storystelling… ofwel het vertellen van verhalen over voeding…

Tekst : Brecht Thiers

Foto’s : Marc Masschelein

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*