Nederlandse vleessector gaat in debat met publiek en politiek via initiatief ‘Nederland Vleesland’

Op 1 september lanceren de partnerorganisaties van de Nederlandse vleessector de website Nederland Vleesland. Met deze nieuwe website wil de sector de feiten en het eerlijke verhaal over vlees en de vleessector vertellen.

De Nederlandse vleessector voelt zich de afgelopen tien jaar nauwelijks gehoord in het maatschappelijke en politieke debat over de productie en consumptie van vlees. “In de politiek, in de kranten, op de radio en op de televisie kwam het verhaal van de vleessector zelf weinig aan bod. En dat is niet altijd positief geweest. Daar zal verandering in komen met de invoering van ‘Nederland Vleesland’, stelde Laurens Hoedemaker, voorzitter van Centrale Organisatie van de vleessector (COV) donderdag 1 september 2022 bij de presentatie van het nieuwe initiatief, de website ‘Nederland Vleesland. Zes partners hebben de handen ineengeslagen om “waar nodig” het imago van vlees bij te stellen. Hoedemaker: “De Nederlandse vleesketenorganisaties werken mee. Doel is om proactief met feiten en het eerlijke verhaal naar buiten te komen. Dit gebeurt onder de titel: “Nederland Vleesland, waar smaken verschillen”.

Problemen

Hoedemaker: “Wij hebben de afgelopen jaren niet deelgenomen aan het openbare politieke debat over de veehouderij en de manier waarop wij in Nederland met dieren omgaan. Wij kwamen enkel aan bod als er problemen opdoken. Nu willen we meer vertellen over de veehouderij en de manier waarop we vlees produceren en eten. Het vleesdebat is de afgelopen jaren te eenzijdig gevoerd. “We zijn daar zelfs deels voor verantwoordelijk, maar het debat is grotendeels geleid door organisaties die niet bepaald rekening houden met onze belangen. Bijvoorbeeld dierenrechtenorganisaties of de veganistische beweging. Deze organisaties hebben een missie: Nederlanders laten stoppen met het eten van vlees en het houden van vee,” legt Hoedemaker uit.

Negatief

Gevolg: er ontstond een “ongerechtvaardigd negatief beeld” van de vleesindustrie en de vleesproductie in Nederland. “Het heeft ook een vruchtbare bodem gecreëerd voor de halve waarheden en regelrechte leugens die soms opzettelijk over ons worden verspreid. Voor ons zal dat nu veranderen. We zullen nog eens laten zien wie we zijn. We zullen de mensen vertellen wat we doen. We moeten onszelf weer zichtbaar, herkenbaar en toegankelijk maken. En een dialoog beginnen.”

Dialoog


Foto: Verschil tussen watmen denkt en de werkelijkheid inzake het vleesverbruik in Nederland. Meer weten over dit onderzoek

Nederland Vleesland wil een dialoog aangaan met mensen die geïnteresseerd zijn in vleesproductie en -consumptie. De sector wil ook met politici praten om “meer evenwicht” in het politieke debat te brengen. “Het gaat erom politici ervan te overtuigen doordachte, op feiten gebaseerde besluiten en maatregelen te nemen voor de Nederlandse veehouderij en vleesproductie”, zegt Hoedemaker.
Linda Verriet van Producenten Organisatie Varkenshouderij presenteerde bij de lancering van ‘Nederland Vleesland’ een aantal onderzoeksresultaten. Het is verbazingwekkend dat de Nederlanders denken dat 72% van de bevolking vlees eet, terwijl dat in werkelijkheid 94% is. Hier komen beeld en werkelijkheid niet overeen,” zegt Verriet.

Stilte

Op de vraag waarom de Nederlandse vleessector zo lang heeft gezwegen, antwoordt Hoedemaker: “Aan de ene kant hebben we het idee dat we goed werk leveren, dat iedereen het ziet en dat het gewaardeerd wordt. Aan de andere kant is er ergens in de samenleving een sfeer ontstaan waarin het bijna eng is om als persoon of organisatie positief te spreken en trots te zijn op wat je in de vleesindustrie doet. Ook Linda Verriet herinnert zich de dreigende sfeer van een paar jaar geleden. “Er is geen gebrek aan voorbeelden uit de varkenssector. De reactie van de sector was zich terug te trekken. Aan deze situatie moet nu een einde komen. We zullen elkaar helpen op het platform. We zullen elkaar steunen. We hebben veel te zeggen. En ja, er is nog veel ruimte voor verbetering.”

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*