Het tandvlees van de vleessector

Geen vlees zonder koelkast en diepvriezer: de vleessector zweet onder de stijgende energieprijzen. Ook de duurdere personeelskosten speelt de sector parten. Veel bedrijven kreunen onder een gebrek aan marge. Toch komen er ook hoopvolle verhalen uit de vleesindustrie. Want uiteindelijk is het Belgisch vlees een product van heel hoog niveau en een stevige reputatie. Het gaat er nu om de kettingreactie aan hindernissen te nemen tot de situatie zich normaliseert.

“Er was corona, de inflatie en dan de stijging van de energieprijzen”, blikt CEO van Fiers NV Frederik De Paep terug op 2022. “Maar voor ons waren vooral de stijgende elektriciteitsprijzen problematisch. Om een idee te geven: op de piek in augustus was onze energiefactuur vijf keer zo hoog als in het jaar ervoor. De volledige winstmarge die er dan nog over is, is weg aan elektriciteit. Maar daarnaast  zijn alle producten die we moeten aankopen serieus in prijs gestegen, zoals bijvoorbeeld onze kippen en kippendelen en dat om verschillende redenen. Enerzijds had je de vogelgriep in Europa. Die heeft ervoor gezorgd dat veel gevogelte, en vooral Frans gevogelte, ernstig geïmpacteerd is geweest. Daarnaast deed de oorlog in Oekraïne de prijs van de veevoeders en dergelijke stijgen. Wat dan ook een rechtstreekse impact heeft gehad op de prijs van het gevogelte. Los van de producten die we aankopen zijn alle bijgaande materialen, zoals verpakkingsmaterialen, folies en verpakkingsgas serieus gestegen. Dat was al tijdens corona zo, maar dat is nog extra versterkt door die energieprijzen. Zelfs de handschoenen en de haarnetjes zijn gestegen in prijs. Je kan het niet zo gek bedenken.” Luc Vens, CEO van vleesgroothandel Vens vertelt een gelijkaardig verhaal: “Qua verkoop en omzet viel 2022 mee, maar het zijn die energiekosten die zeer duur zijn uitgevallen. Dat heeft uiteraard een grote weerslag op de resultaten. Dat wordt gedeeltelijk opgevangen door prijsaanpassingen. Maar het is niet gedaan. Er zullen nog prijsverhogingen volgen. Er zijn gelukkig nog reserves. Die proberen we overeind te houden.” CEO van vleesgroothandel Demuynck Christophe, nl. Benedicte Soens spreekt van een groei, ondanks de energieprijzen. Een kwestie van alles goed op te vangen: “We hebben alles heel fel onder controle moeten houden. Het is al een sector met een heel lage marge. Als er niet gerekend zou worden, kon dat wel eens slechte resultaten opleveren. Al bij al hebben we een verdere groei gehad. Maar het was van groot belang om te blijven investeren in goede kwaliteit en goede service. Dat is volgens ons de reden van de groei. Daarnaast hadden wel al sterk geïnvesteerd in groene energie, in zonnepanelen.  Daar zijn er dit jaar nog 2000 bijgeplaatst. In totaal hebben we er 5000. Dus schakelen we daar maximaal op in en kijken we hoe we daar zo efficiënt mogelijk mee kunnen omgaan. Aan de grote koelcellen hebben we niet veel kunnen aanpassen. De temperatuur blijft tussen 0 en de 2 graden en die blijven constant draaien. Vandaar die investering in groene energie. Met minder energie kunnen we bijna niet. We kunnen enkel zoeken naar de goedkoopste en beste oplossingen.” Manager van de Bon’Ap-winkel in Herent Veronique Burms stelt dat alle inspanningen werden gedaan om maximaal energie te besparen: “We hebben een paar vriezers moeten laten weghalen. Waardoor we het assortiment in plaats van breed nu kleiner zetten. Maar zodanig dat we toch nog het volledige assortiment aan onze klanten kunnen bieden. Het drankenmeubel is van 4 graden naar 10 graden gegaan. En de algemeen verwarming staat nu op 18 graden. We kleden ons naar de warmte of de koude.”

Foto: Anneleen Vandewynckel: “Ik sta heel erg te kijken van de snelheid waarmee de markt van het imitatievlees is ingestort. Sommige bedrijven zijn van 100 naar 20 procent gegaan op enkele maanden tijd. Ik zie wel mogelijkheden voor plantaardig dat niet lijkt op vlees.”

Perfecte storm

“Het grootste probleem naast de gestegen kosten is het feit dat er retailers zijn die weigeren om gelijk welke kosten te laten doorrekenen”, zegt secretaris-generaal van Fenavian (Federatie van de Verwerkende Nijverheid van vlees en andere eiwitten) Anneleen Vandewynckel. “Hetgeen een gevaar betekent voor de integrale keten. Zo breng je de toekomst van meerdere bedrijven in gevaar. Ik vind dat onbegrijpelijk. De prijzen van het vlees in de retailketens stijgen, maar onze prijzen stijgen niet, of niet evenwaardig. . Dat is schrijnend. Er zijn wel retailers die dat begrijpen, want ze weten ook dat winstmarge nodig is voor de voedselveiligheid, de groene investeringen, de verduurzaming en de investering in kennis en technologie. Maar het is als de perfecte storm. De energiekosten gingen door het dak, bij de personeelskosten is bijna 11 procent bijgekomen en alles van glas tot look en peterserie is in prijs gestegen. En dan komt daar nog eens een retailer bij die niet bereid is om de prijs door te rekenen. We hebben het dan over een paar centen voor een pakje charcuterie. Dat is geen duurzame manier van ondernemen. Binnen Europa zijn we ook gewoon te duur geworden. Onze exportpositie komt in gevaar. Maar ook op eigen markt verliezen we terrein juist door de retail die zegt dat alles goedkoper moet. Zij willen goedkoper inkopen, maar hun verkoopprijs stijgt wel en dat is niet eerlijk. Bedrijven ploeteren en bepaalde retailers zeggen dan dat hun probleem niet is.” “We zijn leveranciers aan de kleinere Carrefours en we merken duidelijk dat daar de verkoop onder druk staat door de concurrentie op de retailmarkt”, zegt Frederik De Paep (Fiers). “Er zijn bovendien nieuwe spelers bijgekomen zoals Jumbo en Albert Heijn. Welke goocheltrucs bepaalde retailers allemaal moeten uithalen om hun laagste prijsstrategie te onderhouden: dat is niet meer houdbaar. Ik weet dat de concurrentie bikkelhard is. Maar dat is voor ons niet goed. We merken dat service en kwaliteit in deze tijden van minder belang zijn. Het gaat enkel nog om de prijs.” Volgens Veronique Burms (Bon’Ap) moet de prijs naar omhoog, binnen het redelijke: “We bieden wel een lage prijs aan, maar als alles begint op te slaan, doe wij dat ook. De vaste klanten merken dat. Maar we werken met wekelijkse promobonnetjes. Ik weet nog dat we een korting gaven voor gehakt. Dat was een enorm succes. Mensen zijn echt bezig met die promo’s.”

Foto: Benedicte Soens en echtgenoot Thomas Demuynck van Vleeshandel Christophe Demuynck: We hebben sterk geïnvesteerd in groene energie, in zonnepanelen.  Daar zijn er dit jaar nog 2000 bijgeplaatst. In totaal hebben we er 5000.

Gewraakte indexaanpassing

Of al die hindernissen niet genoeg waren, kwam er nog die indexaanpassing van bijna 11 procent bij. “Om te wenen”, stelt Anneleen Vandewynckel (Fenavian). “Want er is geen indexaanpassing in Frankrijk, Nederland of Duitsland. En we waren al veel duurder qua loonkost. Dat zou allemaal nog te tolereren zijn, als de retail ons maar zou toelaten om de prijzen te verhogen. We zorgen voor ongelofelijk veel werk, omzet en export. Maar de marges waren de laatste jaren heel erg afgekalfd. Voor een aantal bedrijven zal het toch de genadeslag zijn. Ik merk voor het eerst dat ondernemers moe zijn. Retailers zijn enkel bezig met het goedkoopste product. En dan is er dat gebrek aan politieke ondersteuning. Men is zich niet of te weinig bewust van onze meerwaardecreatie in eigen land. We zijn zo’n gastronomisch land. We zijn ons culinair patrimonium in een versneld tempo aan het buitengooien.” “Die bijna 11 procent personeelskostenstijging in januari was voor ons heel moeilijk om te verteren”, getuigt Frederik De Paep (Fiers) “We hebben geprobeerd om dat via onze verkoopsprijzen te absorberen. Maar we hebben klanten die tegengas proberen te geven, waardoor we genoodzaakt zijn om links en rechts toch kortingen te geven. En zo beknibbel je opnieuw op je marge. Op die manier wordt het moeilijk om gezond te blijven. Dat geldt niet alleen voor ons bedrijf. Ik ken veel concullega’s die met dezelfde problemen zitten. Ik denk dat, als je de cijfers van de laatste drie jaar zou checken, je zou merken dat het er niet goed mee gesteld is.”

Freon in de ban 

Maar er staat de sector nog een kopzorg te wachten, meent Anneleen Vandewynckel (Fenavian): “Tegen 2030 eist de Europese Unie dat alle Freon wordt vervangen. Maar dat wordt zo ontzettend moeilijk, zelfs onmogelijk. Dat kost honderdduizenden tot miljoenen euro’s per site. Als je geen marge hebt, waar ga je die dan vandaan halen? De groeiende administratieve belasting van de overheid speelt daar ook een niet zo’n frisse rol in. In andere landen worden de bedrijven veel meer ondersteund door hun overheden. Bij ons is dat helaas anders.” “We zullen zien wat mogelijk is op dat vlak”, reageert Benedicte Soens (Demuynck Christophe ). ”We hebben deels freon en ammoniak. Maar onze installatie is nog niet zo oud. We zitten nog maar zes jaar op de site. We hebben nog niets aangepast. Maar binnen zeven jaar zullen we toch moeten overschakelen naar CO2 en ammoniak. We hebben besloten om te wachten,  want het is niet goedkoop.”

De portemonnee van de consument

Renmans in Herent: “Alles moet vandaag goedkoper”.

Dat de consument minder geld heeft, voelen vooral zij die rechtstreeks met hen in contact staan. “Bovendien is er het probleem dat het assortiment veel te groot is geworden”, vindt Dirk Fout, adjunct-chef bij de Renmans-beenhouwerij in Herent. “Mensen kunnen nu kiezen uit enorm veel producten. Veertig jaar geleden had je een paar producten zoals een hespenworst en een salami. Nu heeft de consument enorm veel keuze, is er ook heel veel concurrentie en moet alles goedkoper. We weten ongeveer hoeveel we per week draaien met af en toe een kleine piek naar boven en een naar beneden.” Maar onrechtstreeks merken ook de groothandels dat er minder geld is bij de consument, getuigt Frederik De Paep (Fiers): “We hebben uiteraard geen rechtstreeks contact met de consument, maar we leveren wel aan horeca, retail en beenhouwers. Restaurants zijn een van onze voornaamst segmenten. We zien dat het restaurantbezoek onder druk staat. De consument gaat eerder besparen – en dat is algemeen geweten – op restaurantbezoek dan op een reis. Restaurants proberen dat te counteren en de menukaart toch zo aantrekkelijk mogelijk te maken, waardoor we een shift in producten hebben gezien. Bijvoorbeeld, tijdens het wildseizoen worden door restaurants doorgaans heel veel hertenfilets besteld. Maar dit jaar hebben we een shift gezien naar de goedkopere hertenragout. Wat we ook zagen, is dat de proportioneringen veranderd zijn: de zogenaamde ‘krimpflatie’. Waar vroeger een steak van 200 à 220 gram wordt besteld, neemt men genoegen met een van 180 gram. Restaurants bieden dus kleinere steaks aan tegen dezelfde prijs. Dan hoeven ze de prijzen op de menu’s niet te verhogen.” Benedicte Soens (Demuynck Christophe) merkt vooral dat de portemonnee meer dicht gehouden wordt naar het einde van de maand toe. Volgens Luc Vens (vleeshandel Vens) spenderen mensen minder in gewicht. “Ze consumeren gewoon minder. Waar ze vroeger een 250 gram per persoon consumeerden, is dat nu 150 gram.”

Shift van rundvlees naar varkensvlees en kip

De Belg eet minder steak. Dat is een voldongen feit. Het rundvlees is ook duur geworden. Frederik De Paep (Fiers) verklaart: “Door de lockdowns en de sluiting van de horeca was er een pak minder vraag, waardoor er veel minder koeien werden opgezet. Daarna ging alles terug open en was er plots een stijgende vraag, en dus ook hoge prijsstijgingen omdat het aanbod niet kon volgen – de groei van een rund vraagt veel tijd. Daarnaast speelt de kost van de voeders ook mee bij de prijs van het rundvlees.” “Rundvlees is exponentieel gestegen”, vervolgt Anneleen Vandewynckel (Fenavian). “En dus gaan mensen weg van rundvlees. We zien dat ook bij de charcuterie. Mensen kiezen nu voor varkensvlees – dat verschuift heel erg – of naar kip/gevogelte. Nu, gehaktproducten zijn altijd wel succesnummers geweest. De vol-au-vent, de américain, het stoofvlees en de balletjes in tomatensaus: dat lekker eten willen mensen toch behouden, maar er is zeker een afkalving van de luxeproducten.” “Er wordt inderdaad minder steak gekocht”, zegt Veronique Burms (Bon’Ap): “Maar het is niet dramatisch. Gevogelte en varkensvlees gaan in stijgende lijn en de verkoop is zelfs beter dan vroeger. Naar het weekend toe verkopen we wel iets meer steak, maar in de week kiest de Belg meer voor een varkenskotelet of een kippenborst. BBQ ging tijdens corona heel goed en momenteel geeft de klant daar tijdens de warme dagen graag geld aan uit. In de week grijpt men meer naar gehakt of worst en ook naar het einde van de maand toe, wanneer het geld opraakt. Dus passen we ons aan.” “Bij ons zien we dat de duurdere stukken, de filet pur en de côte à l’os, tegen het einde van de maand minder verkocht geraken”, stelt Benedicte Soens (Demuynck Christophe) vast:  “Maar we zijn gespecialiseerd in Belgisch witblauw en merken toch dat dit voor onze klanten een sterk verkozen product blijft. Lam is de laatste jaren wel sterk in prijs gestegen, maar we bleven daar toch op niveau via de halalmarkt.”

Gebrek aan gemotiveerde werkkrachten

Het tweede grootste probleem in de sector is het vinden van werkkrachten”, meent Anneleen Vandewynckel (Fenavian). “Want er is een gebrek aan motivatie bij de werkkrachten die er zijn. De sector kampt met veel absenteïsme. We merken een heel grote invloed van de afschaffing van de carensdag. Het is dus niet alleen een probleem van het vinden van gespecialiseerd personeel, maar eerder van het vinden van mensen die willen werken. We leiden die zelfs volledig op. We hebben soms twintig verschillende talen op de werkvloer. We doen er dus alles aan om wie wil werken een kans te geven.” Klopt, zegt Luc Vens (vleeshandel Vens): “We vinden geen enkele job correct ingevuld. We vinden geen poetsvrouw, geen kok en geen chauffeur. We hebben onze mensen en die houden we in dienst. Maar het is moeilijk om extra personeel aan te werven.“

Ook Veronique Burms (Bon’Ap) kan hierover meespreken: “Momenteel is het moeilijk om personeel te vinden. Mensen zonder ervaring kunnen bij ons een opleiding volgen. Maar mensen die willen beginnen, stellen vaak meteen hun eisen: een bedrijfswagen, een ongelimiteerde tankkaart en geen weekendwerk. Die eisen zijn echt te hoog. Zaterdag kan een van de drukste dagen van de week zijn. Als een beenhouwer dan zegt dat hij dan niet wil werken, dan nemen we hem niet op proef. De eisen moeten realistisch zijn.” “We mogen op dat vlak niet klagen”, meent Benedicte Soens (Demuynck Christophe): “We hebben al jaren dezelfde ploeg. Ik denk dat we door ons personeel mooie uren aan te bieden en hen goed te betalen bij ons houden. En we leiden ze voor een groot deel zelf op zodat ze blijven. Maar ze hebben wel geen weekendwerk. Het grootste probleem blijven de chauffeurs. Het is een fysiek zware job en bij veel klanten moeten die de karkassen zelf naar binnen dragen. Je moet mensen vinden die dat willen doen.”

Veronique Burms

Foto: Mensen die willen beginnen, stellen vaak meteen hun eisen: een bedrijfswagen, een ongelimiteerde tankkaart en geen weekendwerk

Knelpuntberoep

Volledig geschoolde slagers blijken nog minder te vinden. “Voor ons is het knelpuntberoep van de geschoolde beenhouwer de voornaamste hindernis”, getuigt Frederik De Paep (Fiers). “In de klas beenhouwerij van de hotelschool zitten er maar vijf leerlingen, terwijl er vroeger dertig zaten. Die worden onmiddellijk weggekaapt door de Colruyts en de Delhaizes. Die mensen krijgen meteen een auto met alles erop en eraan. Het is moeilijk om daarmee te concurreren.“ Veronique Burms (Bon’Ap) heeft de metier nog geleerd van de oude garde: “Echte beenhouwers zijn inderdaad moeilijk te vinden. De beenhouwers die nu binnenkomen, weten vaak niet hoe ze moeten uitbenen. Het rundvlees komt nu kant en klaar binnen zodat je het enkel nog moet prikken en versnijden. Dat kan je iemand zonder ervaring op een paar weken aanleren.”

Een oplossing is betere machines aanschaffen, meent Luc Vens (vleeshandel Vens): “Dat hebben we gedaan zodat we met minder personeel meer productie maken. Maar we moeten sowieso personeel hebben en dat vinden we niet. En de kandidaten die afkomen zijn heel zwak: niet gemotiveerd.” “Bij ons hoeft de jongere generatie niet uit te benen, want het vlees wordt in Frankrijk uitgesneden”, zegt Dirk Fout (Renmans). “Ze kunnen dat trouwens niet en ze weten vaak niet welk stuk vlees ze voor zich hebben. Je kan ze natuurlijk zelf opleiden, maar de vraag is of ze dat willen. En willen ze nog in het weekend werken? Mijn generatie gaat straks met pensioen. Wat erna?”

Luc Vens

Foto: Om het personeelstekort op te lossen, hebben we betere machines gekocht, zodat we met minder personeel meer productie maken.

Consument eet vooral goedkoper

Belgen eten minder vlees dan Fransen en Duitsers. En corona heeft de mensen een boost gegeven om gezonder te gaan leven. Eten ze dan ook minder vlees uit die overweging? Frederik De Paep (Fiers) merkt daar niet veel van. “Maar als er een vraag komt van een van onze klanten voor een vegetarisch alternatief, dan kopen we dat aan en verkopen we dat.” “Ik hoor al zeven jaar dat vlees eten ongezond zou zijn en dat we minder vlees zouden moeten eten”, zegt Benedicte Soens (Demuynck Christophe). “Maar we zijn al ieder jaar gestegen en gegroeid, terwijl de algemene vleesconsumptie gezakt is. Ik denk dat mensen gewoon meer kwalitatief willen. Ik denk dat daar de verschuiving ligt.” Volgens Anneleen Vandewynkel (Fenavian) zijn er zelfs geen signalen dat de consument door corona gezonder is willen gaan leven: “Mensen kiezen vandaag de dag niet voor het betere product, maar voor het goedkoopste product. En dat is allesbehalve de gezonde levenswijze. Wat je wel ziet – en dat is toch opvallend – is de instorting van de markt van de ‘alternatieve’ proteïnen. Ik sta heel erg te kijken van de snelheid waarmee de markt van het imitatievlees is ingestort. Sommige bedrijven zijn van 100 naar 20 procent gegaan op enkele maanden tijd. Mensen kiezen terug voor het echte alternatief. Ze willen lekker eten en authenticiteit. Mensen hebben het precies gehad met die markt. Ik zie wel mogelijkheden voor plantaardig dat niet lijkt op vlees.”

Een fantastisch weerbare sector met vermoeide bedrijfsleiders

Frederik De Paep: “We slaan er ons als groep wel door, maar het probleem is dat er geen reserve is en dat je op alles moet besparen. Zo wordt ondernemen minder leuk!”

“Er zullen nog prijsverhogingen aankomen. Dat weten we nu al”, voorspelt Luc Vens (vleeshandel Vens). “Ik denk dat het op korte termijn komt. Ik heb geen glazen bol, maar ik schat over een maand of twee. Vooral het varkensvlees zal in prijs stijgen. Ik hoop dat er oplossingen zullen komen, maar uitbreiden zit er op dit ogenblik niet in. We zijn te afhankelijk van het personeel dat we niet vinden. Maar onze buffer is redelijk stevig. We kunnen nog tegen een stootje.” Ook Frederik De Paep (Fiers) laat zich relatief optimistisch uit: “We slaan ons er wel door. We zijn ook een groep. We hebben een zusterbedrijf met vis en schaaldieren. Als groep staan we sterk genoeg. Het zijn geen leuke tijden, maar het komt wel goed. Maar het probleem is dat er geen reserve is en dat je op alles moet besparen. Zo wordt ondernemen minder leuk.”Benedicte Soens (Demuynck Christophe) gelooft sterk in de toekomst: “Er zullen altijd vleeseters blijven. Wel denk ik dat mensen selectiever worden.” Veronique Burms (Bon’Ap) klinkt nog optimistischer: “We zijn vier jaar geleden begonnen met onze winkel en als ik het cijfer van toen met dat van nu vergelijk, dan zie ik dat we alleen maar in stijgende lijn zijn. Bon’Ap zit echt in de lift. We doen meer winkels open en het assortiment wordt steeds breder. En dat ondanks de besparing en de energiecrisis. Weet je, mensen willen graag meerdere zaken onder een dak hebben. Ze hebben immers minder tijd. Bij ons vind je charcuterie, koude en warme maaltijden, vers vlees en ander producten.”

Anneleen Vandewynckel (Fenavian) meent ten slotte dat er een grens is bereikt wat betreft kosten besparen en efficiëntie. “De kosten alsmaar kleiner maken om toch een zeker marge te bereiken: daar moeten we van afstappen. In feite gaat het om overleven. Als men niet gaat inzien dat de laatste schakel de vergoeding drukt van alle anderen zie ik het somber in. Als dat zo voort gaat, denk ik dat de meerwaardecreatie in België niet veel toekomst meer heeft. De vraag is wat we binnen vijf jaar nog wil eten? Willen we nog lekkere producten tegen een eerlijke prijs? Of moet alles eenheidsworst worden? Gelukkig hebben onze bedrijven nog metier. Ik ben ook positief over het imago van ons vlees. Ze zien toch ook dat de boer en de keten in eigen land veel inspanningen doen in duurzaamheid, er minder kwatsch wordt verkocht en dat er meer ruimte is voor nuance en waarheden dan voor het roepen van slagzinnen. Eveneens positief is dat er steeds meer leden van onze federatie producten maken op basis van plantaardige grondstoffen, producten die nu eens niet proberen om vlees te imiteren. Dat vind ik een interessante trend. Ik vind het mooi dat men een ander verhaal wil vertellen. Dit is een fantastisch weerbare sector en ik heb het grootste respect voor mijn bedrijven als ik zie hoe die de Afrikaanse varkenspest, corona en vogelgriep zijn doorgekomen. Maar de bedrijfsleiders zijn wel moe.”

Met dank aan secretaris-generaal Fenavian (Federatie van de Verwerkende Nijverheid van vlees en andere eiwitten) Anneleen Vandewynckel, CEO vleeshandel Vens Luc Vens, CEO groothandel Fiers NV Frederik De Paep, CEO vleesgroothandel Demuynck Christophe  & Benedicte Soens, manager Bon’Ap Herent Veronique Burms en adjunct-chef beenhouwerij Renmans Herent Dirk Fout.

Tekst: Chris Craps

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*