Er wordt gesproken over een ambitieus plan om het slachthuis van Bastogne nieuw leven in te blazen. Bernard Gotta, eigenaar van de ondernemingen Bernard Gotta en Viande Liège, en Marcel Peters, hoofd van de vleesgroep PEMA investeren samen 16 miljoen euro in de overname. In 2024 willen ze het slachthuis, dat gesloten is sinds het Veviba-schandaal in 2018, heropenen.
Het slachthuis van Bastogne heeft turbulente jaren achter de rug sinds het schandaal. In 2018 verloor het slachthuis, dat handelde onder de naam Veviba, zijn vergunning nadat fraude met etiketten en houdbaarheidsdata aan het licht was gekomen. Kort daarna kondigde Veviba aan dat het zijn activiteiten zou voortzetten onder de naam Qualibeef. De familie Verbist, die tot dan eigenaar van het bedrijf was, nam ontslag uit de directie om de nieuwe start van het bedrijf niet in gevaar te brengen. Maar het mocht niet baten: in augustus 2018 werden Qualibeef en het slachthuis van Bastenaken insolvent verklaard.
In mei van dit jaar kwam het nieuws dat, na een moeizame zoektocht, eindelijk een koper was gevonden. Het slachthuis van Bastogne is een van de belangrijkste Belgische instrumenten voor de valorisatie van vlees”, zegt de burgemeester van Bastogne, Benoit Lutgen. Daarom was het noodzakelijk een investeerder met ervaring inzake slachthuis-werking te vinden.
Samenwerking van Luikse ondernemers
Dit was het geval met de kopers Marcel Peters van de vleesgroep PEMA, eigenaar van het slachthuis van Saint-Vith, en Bernard Gotta van de Luikse bedrijven Bernard Gotta en Viande Liège, die ongeveer 60 mensen in dienst hebben en een omzet van 35 miljoen euro hebben.
De twee ondernemingen vullen elkaar in hoge mate aan. Marcel Peters houdt zich bezig met het slachten van runderen en het uitsnijden van rund- en varkenskarkassen en brengt zijn producten voornamelijk in de supermarkten en de cateringsector op de markt. Bernard Gotta is uitsluitend actief in het versnijden van karkassen en richt zich voornamelijk tot Belgische slagers, maar ook tot middelgrote en grote detailhandelaren.
Overname
Zowel Peters als Gotta beseften enige tijd geleden dat zij de grenzen van hun activiteiten op hun huidige locaties hadden bereikt. Daarom besloten zij samen een andere locatie te zoeken. Zij besloten het slachthuis in Bastogne te bezoeken. In mei van dit jaar heeft de Idelux-groep, mede-eigenaar van het slachthuis, het overnamebod van de twee Luikse investeerders aanvaard.
Intussen wordt gesproken over een plan om het slachthuis te heropenen. Peters en Gotta hebben 16 miljoen euro bijeengebracht voor de site. Zij willen ook hun huidige activiteiten op het terrein van 7 hectare consolideren. Zij willen ook de oppervlakte van de stallen verdubbelen en de slachtlijn moderniseren om 800 runderen per week te kunnen slachten. De uitsnijderij zal tot 1.500 varkens per week uitsnijden. Verscheidene processen zullen ook worden geautomatiseerd.
Omzet en personeel
De twee ondernemers willen begin 2024 met de werkzaamheden in Bastenaken beginnen om nog in hetzelfde jaar operationeel te zijn met het slachthuis/versnijderij. In het eerste jaar willen zij een omzet van 100 miljoen euro bereiken. In totaal zullen ongeveer 180 mensen op de site tewerkgesteld worden.
Bron: VILT
Geef als eerste een reactie