Convenant Evenwichtige Voeding: sectorfederaties maken tussentijdse balans

Tekst: Kurt Deman (Bureau 44)

Beleid

Sectorfederaties Fevia, Comeos en minister van volksgezondheid Maggie De Block onthulden eind augustus de eerste resultaten van het Convenant Evenwichtige Voeding. Ze deelden meteen ook de doelstellingen van een tweede convenant mee. We blikken samen met enkele federaties terug op het afgelegde parcours en blikken vooruit richting 2020.

dig

Wat voorafging…
Sectorfederaties Fevia en Comeos namen zich samen met de federale overheid voor om op vijf jaar tijd de gezonde keuze voor de consument te vereenvoudigen. De ambitie situeert zich rond drie pijlers: een aanpassing van de nutritionele samenstelling, kleinere porties en aangepaste marketing en communicatie.

Verwachtingen overtroffen
De partners formaliseerden hun engagement in 2016 in het Convenant Evenwichtige Voeding. De sectoren rapporteerden afgelopen zomer over de geboekte resultaten. Ze overtroffen in de meeste gevallen de vooropgestelde doelen.

Productgroep Doel (2012-2017) Resultaat (2012-2017)
Ontbijtgranen -4% suiker -5,8% suiker
+5% vezels +13% vezels
Chocolade -2,5% verzadigd vet -1,2% verzadigd vet
Biscuiterie -3% verzadigd vet -3,2% verzadigd vet
Frisdranken -5% calorie-inhoud -7% suiker
Zuivel -3% toegevoegde suikers -3,8% toegevoegde suikers
Plantaardige zuivelalternatieven -4% suiker -18% suiker

Kritische noot
De media pikten de tussentijdse resultaten gretig op. Een kritische noot was daarbij nooit ver weg. Consumentenorganisatie Test Aankoop toont zich tevreden met de evolutie, maar vindt dat de voedingssector meer ambitie moet tonen. De organisatie pleitte in Het Journaal op de VRT voor een onafhankelijke instantie om de objectiviteit van de bereikte resultaten te evalueren, naar analogie met het Observatoire de la qualité de l’alimentation in Frankrijk. Test Aankoop mist ook betrokkenheid van de consument. Verschillende sectorfederaties maakten op hun beurt de bedenking dat het Convenant Evenwichtige Voeding enkel van toepassing is op Belgische bedrijven, waardoor de winkelrekken nog tal van andere producten bevatten die niet aan het convenant voldoen.


Michaël Sels, hoofddiëtist van de Universiteit Antwerpen liet optekenen datniet alle resultaten op het vlak van vet en suiker voldoen aan de strengerenormen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Jean Eylenbosch, voorzitter vanFevia: “We streven een evolutie na, geen revolutie. Onze producenten moeten eroptoezien dat ze de smaak en textuur van hun gamma behouden. De consument wilgezonder eten, maar tegelijk genieten van zijn vertrouwde lekkernijen.” Volgens minister van volksgezondheid Maggie De Block is de omslag naar gezondere voeding gemaakt. “Aan de daling van suiker en verzadigde vetten gaat jarenlang onderzoek vooraf. We zijn als overheid tevreden dat alle neuzen in dezelfde richting wijzen. Tegelijk willen we niet met het opgestoken vingertje zwaaien en alle vetrijke producten bannen. Gezonde voeding is een gedeelde verantwoordelijkheid voor zowel de producenten, de overheid als de bevolking.Veel consumenten hebben de shift naar een gezondere levensstijl al gemaakt. Dat valt af te leiden uit het succes van kookboeken rond gezonde voeding en onze sportcultuur.Met het tweede deel van het Convenant Evenwichtige Voeding willen we op deingeslagen weg verdergaan.”

De nieuwe doelstellingen

De initiatiefnemers formuleerden samen een aantal nieuwe doelstellingen voor 2020. We legden ze voor aan de betrokken sectorfederaties.


Zuivel
Convenant Deel I (2012-2016): -3,8% toegevoegde suiker
Doelstelling Convenant Deel II (tot 2020): -5% toegevoegde suiker extra

Hoe onthaalt u het tot op heden geleverde resultaat?
Lien Callewaert, Food Law Manager bij de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ):
“De zuivelindustrie leverde voorheen – en zonder formeel engagement – al heel wat inspanningen. We zijn verheugd met de resultaten en vastberaden om onze doelstelling van 8% minder toegevoegde suikers tussen 2012 en 2020 te bereiken. Aangezien we de toegevoegde suikers niet vervangen door zoetstoffen zal het smaakpatroon van de consument zich moeten aanpassen. Dat kan enkel door de herformuleringen geleidelijk door te voeren, zodat de klant niet afhaakt.”

Communiceren uw leden voldoende over de geboekte vooruitgang?
“De Europese wetgeving(Verordening (EG) nr. 1924/2006) stipuleert als voorwaarde voor een claim dat het gehalte van een nutriënt in een product met dertig procent moet dalen. Zoals eerder aangegeven, kunnen we de reductie slechts geleidelijk doorvoeren. Zuivelbedrijven communiceren dus niet op de verpakkingen over hun geleverde inspanningen. Het Convenant Evenwichtige Voeding laat hen wel toe om te rapporteren over hun inspanningen, zij het dan niet rechtstreeks op de verpakkingen.”

Kiest de consument bewust voor zuivelproducten met een lager suikergehalte?
“Voor yoghurt zien we in ieder geval een toename van de consumptie van natuuryoghurt zonder toegevoegde suikers met 12% op drie jaar tijd (bron: GfK – nvdr).”

Welke andere gezondheidsaspecten drijven de sector?
“De zuivelindustrie zet al langer in op een herformulering van haar producten en de shift naar een verbeterde nutritionele kwaliteit. De consument kan kiezen uit een breed en groeiend gamma van zuivelproducten met variërend vetgehalte. De sector reduceerde tussen 2008 en 2012 het zoutgehalte in kaas met 7,5%. BCZ en haar leden blijven inzetten op een breed gamma aan zuivelproducten. Jammer genoeg haalt maar liefst 98% van de Belgische bevolking de huidige aanbevelingen voor zuivel niet (bron: Voedselconsumptiepeiling 2014 – nvdr).”

Koude sauzen
Doelstelling Convenant Deel II (tot 2020): -3% energie-inname

David Marquenie, secretaris-generaal bij sectorfederatie Culinaria: “Comeos – en dus niet Culinaria – heeft het engagement van 3% minder energie geuit. Het is dus van toepassing op de distributeursmerken. De distributeur bepaalt het lastenboek.”

Ligt de lat voldoende hoog met een reductie van 3% energie?
“We consumeren sauzen niet in grote hoeveelheden. Het aandeel in de globale energie-inname blijft eerder beperkt: 3,6% van de totale energie-inname volgens de resultaten van de Voedselconsumptiepeiling uit 2014. Toch zijn we ervan overtuigd dat we een bijdrage kunnen leveren aan een evenwichtigere voeding.”

Hoe zal de sector die doelstelling verwezenlijken?
“Onze bedrijven produceren een breed gamma. Elke fabrikant bepaalt wat mogelijk is binnen zijn portfolio. Het is moeilijk om sectordoelstellingen vast te leggen, aangezien de prioriteiten en de mogelijkheden sterk verschillen.”

Vormt het convenant een trigger op zich of prijkte de reductie van energie-inname al eerder bovenaan het prioriteitenlijstje?
“De bedrijven zijn al een hele tijd bezig met productherformuleringen. Ze leverden onder meer een belangrijke bijdrage aan het Convenant Zoutreductie. Het huidige convenant fungeert als een extra trigger.”

Op welke andere gezondheidsaspecten zet de sector in?
“Onze bedrijven spitsen zich onder meer toe op een verhoogde nutritionele kwaliteit en de reductie van vetten, suikers en zout. In 2016 vielen dankzij het KB Mayonaise de minimale vereisten met betrekking tot olie in mayonaise weg. De minimale hoeveelheid olie zakte toen van 80 naar 70%. Producenten lanceerden sindsdien een aantal mayonaises met een lager vetpercentage. Andere innovaties zijn sauzen op basis van tomaat, zoals ketchup en barbecuesauzen, met een verlaagd suikergehalte.”


Bereide maaltijden

Doelstelling Convenant Deel II (tot 2020): +10% groenten

Ligt de lat met 10% meer groenten voldoende hoog?
Anneleen Vandewynckel, secretaris-generaal bij de Belgian Ready Meals Association (BReMA): “Het lijkt me niet evident om groenten toe te voegen aan een macaroni met ham of een pizza quattro formaggi. Dat impliceert dus dat andere producten meer wijzigingen moeten ondergaan om die waarden te behalen.”

Kiest de consument bewust voor bereide maaltijden met meer groenten?
“Dat is geen uitgemaakte zaak. We merken dat producten met veel groenten geen betere verkoop garanderen.”

Focussen de leden van BReMA zich op andere gezondheidsaspecten?
“Zoutreductie blijft belangrijk. We besteden ook veel aandacht aan het gebruik van meer onverzadigde vetten ten opzichte van verzadigde vetten. Toegevoegde transvetzuren zijn geen issue meer. Onze fabrikanten pasten hun producten in functie daarvan aan, zonder zich op de borst te kloppen. Het gehalte aan vezels en groenten is ook toegenomen.”


Smeersalades

Smeerslades

Doelstelling Convenant Deel II (tot 2020): -5% vet

Is 5% minder vet een haalbare opdracht?
Anneleen Vandewynckel, secretaris-generaal van de federatie van de Belgische vleeswarenproducenten (Fenavian):
“Veel smeersalades scoren al heel goed op het vlak van vet en zout. Bedrijven die al veel inspanningen leverden, hoeven nu minder te ondernemen. We willen vooral de referenties met de hoogste vetgehaltes aanpakken. Veel hangt af van het type salade. Mensen die bijvoorbeeld kip-curry kopen, verkiezen die salade omwille van de typische smaak. Pogingen uit het verleden om de samenstelling te wijzigen, hadden een negatieve impact op de verkoop. Andere salades zoals kip-pikant bieden wel mogelijkheden tot herformulering.”

Zijn de inspanningen op het vlak van vetreductie een nieuw gegeven?
“De producenten hebben de beweging al eerder ingezet. Veel vleeswarenproducenten zitten aan hun limiet. Ze bieden al een groot aanbod magere vleeswaren. Alleen blijkt de consument die niet altijd te omarmen. De consument kiest evenmin massaal voor referenties met alternatieve oliën, plantaardige ingrediënten of meer groenten. Onze leden reduceerden ook hun zoutgehalte in het kader van het Convenant Zoutreductie. Dat heeft echter zijn grenzen om de voedselveiligheid niet in het gedrang te brengen. Bovendien komt de wetenschap terug op het idee dat zout de absolute boosdoener is.”

Frisdranken

Convenant Deel I (2012-2016): -7% toegevoegde suiker

Doelstelling Convenant Deel II (tot 2020): -5% toegevoegde suiker extra

Hoe evalueert u het eerste deel van het convenant?
David Marquenie, secretaris-generaal van VIWF, de sectorvereniging van de Belgische water- en frisdrankindustrie:
“We hebben onze doelstelling van 5% minder toegevoegde suiker overtroffen. Sommige bedrijven hebben al een deel van hun herformulering uitgevoerd voor 2012, anderen waren hier volop mee bezig, nog andere moesten nog beginnen. De mogelijkheden van de bedrijven waren dus heel verschillend, afhankelijk van hoe ver ze zich al bevonden in hun traject.”

Hoe bereikte de sector de reductie van toegevoegde suikers?
“Die is het resultaat van productherformuleringen, nieuwe referenties met minder of zelfs helemaal geen suiker en extra promotie van producten met of zonder suiker. De combinatie van die drie pijlers is belangrijk voor het behalen van de doelstelling. Enkel inzetten op een deelaspect is weinig zinvol. Je kunt je ook de vraag stellen of het zinvol is om een frisdrank met suiker te herformuleren als er al een suikerloze variant van diezelfde frisdrank bestaat. In dat geval is het veel efficiënter om het koopgedrag van de consument te wijzigen. Dat kan door via marketing meer in te zetten op de suikerloze variant, zodat de verkoop ervan stijgt.”

Hoe scoren we op het vlak van suikerreductie in vergelijking met het buitenland?
“Op Europees niveau is de situatie sterk verschillend van land tot land. In sommige landen is de consumptie van lightdranken goed ingeburgerd, elders is die nog zo goed als onbestaande. België zit bij de kopgroep: iets meer dan 30% van de frisdranken bestaat bij ons uit versies met weinig of helemaal geen suiker.”

Welke andere gezondheidsaspecten zijn voor uw sector van tel?

“Suikerreductie is en blijft een belangrijke prioriteit voor de bedrijven, maar we zien ook een verdere verbreding van het gamma. Daarmee bieden we de consument ook een ruime keuze aan alternatieven voor de klassieke suikerhoudende frisdranken.”

Foto bij persvoorstelling:
Dominique Michel van Comeos, minister Maggie De Block en Jean Eylenbosch van Fevia toonden zich opgetogen met de resultaten.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*