
De Belgische agrovoedingssector staat als energie- en arbeidsintensieve sector onder grote druk. De organisaties Agrofront (Boerenbond, ABS en FWA), Fevia en BABM pleiten gezamenlijk voor meer steunmaatregelen om de voedselproductie en -voorziening veilig te stellen.
Naast de gevolgen van de stijgende energie- en grondstofprijzen en de sterke stijging van de arbeidskosten, worstelen onze land-, tuinbouw- en levensmiddelenbedrijven met de (on)beschikbaarheid van essentiële producten. Deze combinatie legt een onhoudbare druk op het winstmodel van de Belgische voedselketen”, aldus de organisaties die de voedselketenbedrijven vertegenwoordigen. Hoge energieprijzen leiden tot een daling van de kunstmestproductie, wat weer leidt tot een tekort aan bijproducten, waaronder CO2, verderop in de keten.
Daardoor staan veel bedrijven voor de moeilijke beslissing om de productie deze winter tijdelijk stop te zetten. De organisaties wijzen erop dat productiestoringen in gebieden buiten de voedselketen ook gevolgen kunnen hebben voor ons voedsel op andere gebieden, zoals de beschikbaarheid van verpakkingsmateriaal of essentiële reserveonderdelen.
Aanvullende maatregelen nodig
Midden september nam de regering enkele besluiten om het bedrijfsleven te ondersteunen, zoals de erkenning van de agrovoedingssector als essentiële sector in het kader van de energievoorziening en de tijdelijke gedeeltelijke verlaging van de accijnzen op energie. De organisaties Agrofront, Fevia en BABM benadrukken echter dat meer doortastende maatregelen nodig zijn om de voedselproductie deze winter veilig te stellen, verstoringen in de voedselketen te voorkomen en het productiepotentieel op korte en middellange termijn in stand te houden.
De verenigingen dringen aan op maatregelen om de beschikbaarheid en toegankelijkheid van energie en meststoffen voor de agrovoedingssector te garanderen. Het is ook belangrijk dat de producenten over de nodige liquide middelen beschikken om aanhoudend hoge rekeningen te betalen. Ten slotte dringen de organisaties aan op de bevordering van investeringen in energie-efficiëntie en de overschakeling op groene energie van eigen bodem. Zonder verdere actie dreigt de keten in te storten, met nog duurdere prijzen en een vermindering van het aanbod van duurzame, lokaal geproduceerde en lekkere levensmiddelen van hier.
Voedselproducenten bevinden zich in een moeilijke positie
“Gevangen tussen hamer en aambeeld zijn onze bedrijven nauwelijks in staat de gestegen kosten in de keten door te rekenen”, zegt Bart Buysse van Fevia. Daarbij worden zij geconfronteerd met moeilijke en zeer onevenwichtige onderhandelingen. De supermarktketens zijn niet bang om hun onevenredige machtspositie bij de leveranciers uit te buiten, in een mate die onaanvaardbaar is.
Daardoor hoeft het deel van de extra kosten dat consumenten toch al moeten betalen via hogere voedselprijzen, niet noodzakelijk door de leveranciers te worden gedragen, aldus de organisaties. “Uit angst om waardevolle en noodzakelijke zakenrelaties te verliezen, zijn onze bedrijven terughoudend om op te treden tegen oneerlijke handelspraktijken. Hard onderhandelen is één ding, maar ontaarden in oneerlijke handelspraktijken is onaanvaardbaar.
Zij roepen de regering dan ook op om het overleg over kostenverschuiving en noodzakelijke prijsaanpassingen tussen leveranciers en afnemers te vergemakkelijken, de nodige hefbomen aan te reiken en de wet tegen oneerlijke handelspraktijken te helpen versterken als regelgever met een eigen initiatiefrecht. “In het licht van de huidige kostenexplosie is wachten tot er geen klachten binnenkomen uit angst voor represailles geen optie.”
Geef als eerste een reactie