
Ondernemen is risico durven nemen. Maar het normale van het ondernemen in de aardappelindustrie en dus ook in de diepvriesfrietmarkt lijkt dit jaar helemaal weg. Dooddoener is uiteraard corona, maar ook de droogte door de klimaatverandering speelt een drukkende factor. Het wordt dus geen topjaar voor de aardappelmarkt. Kan de toekomst voor de sector met het nodige optimisme worden bekeken?
De wereldwijde frietmarkt is de laatste jaren enorm gegroeid – sinds 2016 met gemiddeld 2% per jaar – waardoor aardappelverwerkers op hun beurt zijn kunnen groeien. Clarebout Potatoes was tot voor kort met een productiecapaciteit van ongeveer 700.000 ton per jaar de nummer vier in de wereld en de nummer een in Europa wat het produceren van voorgebakken diepgevroren aardappelproducten betreft. Die groei betekende een grote vraag naar meer personeel, en niet altijd evident, meer gekwalificeerd personeel. De concurrentie bleef intussen niet bij de pakken zitten. Clarebout investeerde zelf 300 miljoen euro in haar fabrieken. De productiecapaciteit nam dan ook fors toe. Maar er werd wel verwacht dat het tempo zou verminderen. Concurrentie vanuit het vroegere Oostblok en Rusland hoefde men niet meteen te vrezen. De gronden daar zijn wel veel goedkoper dan bij ons, maar minder rijk. Dat was dus de evolutie in quasi normale omstandigheden. In 2018 liet de klimaatsverandering zich evenwel voelen. Door de droogte konden sommige telers niet voldoen aan de contractueel vastgelegde volumes van de afnemer, die dan zijn resterende tonnen elders moest kopen. Die contracten blijven een bron van discussie, maar de jaarlijks terugkeerde periodes van lange droogte maken het allemaal moeilijker. Met de losgebarsten coronacrisis bestaat een normale situatie voorlopig niet meer.
Onzekerheid door corona

Voor Marc Van Herreweghe, CEO van Mydibel en voorzitter van Belgapom, is het vooral de onzekerheid die de markt parten speelt en bekijkt het probleem vooral internationaal. “De onduidelijkheid en de onzekerheid door de coronacrisis zijn absoluut nog niet weg. We weten nog niet hoe lang dit ons nog zal treffen. We zijn een bedrijf dat onze producten verkoopt in 120 landen en België is daar één van – goed voor 3 procent van onze omzet. Onze bezorgdheid is dus over alle landen waar we verkopen. In verschillende landen worden verschillende maatregelen getroffen. Bij het ene land is dat veel meer en bij het andere land veel minder. Jordanië gaat bijvoorbeeld terug in lockdown. De maatregelen die een bepaald land neemt heeft voor ons een rechtstreekse impact. Als de horeca en de scholen gesloten worden, zien wij dat onmiddellijk. De impact tijdens de maanden maart, april en mei waren gigantisch. Van de ene kant was er wat verkoop via de retail, maar in de ‘out of home’ was dat een ramp. De foodservice werd enorm getroffen. We zijn daar gezakt naar 50 procent. Het is dus heel moeilijk om in te schatten hoe de volgende maanden gaan verlopen wereldwijd. In maart was er al heel veel onduidelijkheid, want niemand had dit zien aankomen. Niemand zou in januari gezegd hebben dat we een wereldcrisis tegemoet zouden gaan. Als de maatregelen die nu getroffen worden beperkt zijn, dan denk ik dat we op 85 procent komen van wat er gepland was. Bart De Wever heeft nog gezegd: ‘Als we de zieke mensen kunnen isoleren en de gezonde mensen verder laten werken, dan hebben we een heel ander gevolg van de crisis.’ Dat hebben we in het begin niet gedaan. Trouwens de meeste landen niet. De maatregelen waren voor alles en iedereen, met gigantische gevolgen. We hopen echter dat we volgend jaar kunnen realiseren wat we dit jaar gehoopt hadden. Dat is onze algemene vuistregel, maar tegen corona is niemand opgewassen.”

Ook Leander Hex, akkerbouwconsulent bij De Boerenbond, ziet wat de Vlaamse aardappelindustrie, voorlopig geen verbetering in de toestand. “Corona is nog steeds hard aan het toeslaan. De meeste telers voelen nog altijd dat de marktwerking helemaal verstoord is. Al sinds maart is die marktwerking heel zwak. Het probleem is dat de afzet is weggevallen. In maart was het vooral de export die wegviel. En dan is de afzet naar horeca, restaurants of de foodservice in het algemeen, helemaal weggevallen. De landbouwers raakten hun aardappelen moeilijk of niet meer kwijt naar de verwerkende industrie. Het is een cascade-effect waarbij de landbouwer uiteindelijk de laatste schakel is om de gevolgen te voelen. En dan is er nog het verschil tussen de contract- en vrije aardappelen. In 99 procent van de gevallen zijn de contracten nagekomen door de afnemers. Maar de extra kilo’s die niet onder contract zaten, kwamen op de vrije markt terecht. Maar die markt was een paar maanden niet bestaande. Daar was geen vraag naar. Intussen loopt die vraag wel terug. Maar dan voor een weggeefprijs. Terwijl net de vrije marktaardappelen de winst uitmaakten voor de aardappeltelers. Ze vingen de pieken en de dalen op en zorgden voor extra inkomen.”
Aardappeloverschot
Ongerustheid heerst er ook over een toenemend aardappeloverschot. “Er was inderdaad de angst in het voorjaar dat er een enorme overschot ging zijn”, geeft Hex toe. “ Maar er is dan toch in loop van de periode april-mei iets meer verwerking geweest. En volgens de informatie die we hebben is zo goed als alle oogt van 2019 verwerkt en heeft die een afzet gevonden. Maar het is niet omdat die bij de landbouwers vertrokken is – wat op zich al een positieve stap is – dat die daarom bij de verwerkers verkocht is. Er zijn signalen bij de verwerkers dat de vrieshuizen vol zitten. Dat is iets dat op lange termijn zal meegedragen wordt op de markt. Bij de aardappeltelers zelf is de grote hoop dat ze een afzetmarkt hebben gevonden. Al zijn er wel een veel telers die hun aardappelen niet naar de verwerking hebben kunnen brengen, maar die ze dus naar veevoeders hebben gebracht, maar helaas tegen een bijna-nulprijs.” Marc Van Herreweghe (Mydibel-groep) relativeert de onrust over de volle vrieshuizen. “De sterkte van onze keten is de sterkte van de zwakste schakel in onze keten. We hebben al onze contractuele afspraken voor 100 procent netjes nageleefd. Een varken blijft groeien met of zonder corona. Zo ook de aardappel. We hebben onze stocks opgedreven om de aardappelen die we moesten afnemen te kunnen afnemen, ongeacht dat we verkoop hadden of niet. We zijn er dan ook in geslaagd, door het aanpassen van onze stocks, om terug die volledige keten in beweging te houden. Nu zijn die stocks ondertussen al een stuk afgebouwd. Dat gebeurt in stapjes. Maar niemand kan voorspellen wat Vlaanderen volgende week gaat doen. Gaan er nog extreme coronamaatregelen komen? Gaan de scholen in bijvoorbeeld Antwerpen of Brussel dicht? Wij kunnen dat niet voorspellen. Maar daar dienen nu eenmaal de stocks voor. Om ons aan te passen aan vraag en aanbod en om zoveel mogelijk van onze aardappelen te gebruiken zoals gepland. Ik verwacht echt dat tegen het einde van het jaar die stocks normaal zullen zijn.”
Oogstprognose
Het is nu uitkijken hoe de oogst zal verlopen. “We hebben een aantal maanden in het voorjaar al wat droogte gehad”, zegt Leander Hex. “In de maanden juni en juli heeft het al wat bijgeregend. Op bepaalde plaatsen al wat meer dan op andere. In mei-juni , net gedurende die droogte, zijn er wat minder knollen gevormd. Die plant gaat dat normaal gezien kunnen compenseren door die knollen wat dikker te maken. Maar in zijn totaliteit per ha gaan die kilo’s niet volledig kunnen gecompenseerd worden. En nu door de droogte van augustus -september zijn de extra kilo’s die normaal gezien op het einde worden verwacht niet bijgezet. Het volgende probleem met een lang aanhoudende droogte is dat het rooien van de aardappelen heel moeilijk verloopt. Want de kwaliteit van de aardappel gaat achteruit. Er worden heel veel kluiten aarde meegerooid met de aardappelen. Het is goed dat er nu regen valt. Het is evident dat het niet te veel mag regen. In het ergste scenario staan je velden onder water en kan er uiteraard niet meer geoogst worden. Op basis van de oogst gaat het in ieder geval, zelfs als de oogst normaal verloopt, geen topjaar worden. De oogstprognoses wijzen uit dat we een seizoen gaan krijgen van iets onder het gemiddelde. Er zullen wel heel veel regionale verschillen zijn, afhankelijk van de regenval die er de afgelopen maanden geweest is en of de mensen hebben kunnen beregenen. Het zullen in ieder geval zeer wisselvallige opbrengsten zijn. “ De lagere oogst wordt bevestigd door het PCA. “Op een aantal percelen doen we proeven per ras om te weten hoe het zit met de opbrengst”, zegt Ilse Eeckhout, researcher bij het PCA. “ Momenteel is dat Fontane, als het meest geteelde ras in Vlaanderen. Uit een bemonstering van ‘maar’ 31 percelen verspreid over de 31 provincies blijkt dat we een 3-tal ton per ha onder het gemiddelde zitten ten opzichte van de voorbije 6 jaar. En daar zaten al een aantal droge jaren tussen. Als we de komende jaren nog droge jaren hebben, zoals we er al 4 na mekaar hebben gehad, dan gaat ons gemiddelde nog verder naar beneden. Vroeger haalden we gemakkelijk 50 ton per ha en meer. Op dit ogenblik is dat 45 ton dit jaar en het zal bij blijvende droogte niet veel meer worden. Tegenover de rest van Europa zit Vlaanderen in het ergste gebied. Nederland heeft ook een drogere zomer gehad. Maar daar heerst niet zo’n vochttekort als bij ons en ze kunnen heel wat van hun percelen beregenen. Dat is echt een belangrijk verschil. Wij kunnen slechts 3 procent van ons areaal beregenen. In Nederland is dat veel meer. In die zin hebben zij nog meer opbrengsten per ha. Je zou als oplossing andere rassen kunnen planten die minder gevoelig zijn voor de droogte. Maar die zijn er in feite ook niet. 95 procent van de aardappelen in Vlaanderen en zelfs België zijn voor de frietfabrieken. Maar die fabrieken geven zelf aan welke rassen zij willen om hun friet te produceren. Dat is op dit moment Bintje, Fontane en Challenger. Als er andere rassen de revue passeren die minder gevoelig zijn voor de droogte, dan moeten eerst de frietfabrieken daar achter willen staan. Voorlopig zien we geen echte oplossingen. Beregen ligt niet binnen ons bereik en de rassen liggen vast. Je kan alleen maar hopen dat er nog eens een zomer komt met meer neerslag. “ Van Herreweghe (Mydibel-groep) ziet het minder dramatisch in. “Iedereen heeft zijn mening. Ik heb daar als voorzitter van Belgapom mijn mening over. Ik denk dat we enorm veel inspanningen doen om naar nieuwe rassen te kijken die minder gevoelig zijn voor bepaalde zaken. Ik kan uiteraard alleen maar spreken voor de Mydibel-groep. We hebben heel veel proefterreinen waar we al jaren de zaken meten en opvolgen. Het probleem van het water is iets wat we niet alleen kunnen aanpakken. Het is een verantwoordelijkheid van de bedrijven, de overheid en de telers samen. Ardo heeft bijvoorbeeld een waterbekken aangelegd daar waar het zinvol is. Maar dit is dus een locale oplossing met een aantal spelers. We moeten gewoon kijken hoe we efficiënt onze business kunnen aansturen. Er zijn echt heel veel initiatieven om te zien waar we zo’n bekkens kunnen bouwen.”
Sterk gegroeide sector
Je voelt dat er zenuwachtigheid heerst in de sector. Sommige bedrijven wensten geen commentaar te leveren omdat het coronaverhaal, dat nu al lang aansleept, zo’n negatief verhaal is. Maar een doemscenario is echter nooit uit te sluiten. “Het ergste wat de sector kan overkomen, is dat de maatregelen nog harder worden teruggeschroefd omwille van de blijvende coronacrisis”, vreest Hex. “Alles wat terug op gang is gekomen, gaat dan weer stilvallen. In België kijken we dan vooral naar de export . De aardappelsector bij ons is toch wel zeer exportgericht. Als die export weer zwaar onder druk komt te staan, dan wordt het nog moeilijker voor de aardappeltelers en de industrie in het algemeen.” Maar hoe onzeker de nabije toekomst ook is, er is plaats voor optimisme. “De sector zal zich beslist wel herpakken na de crisis. Maar in tussentijd zal er een moeilijke periode aankomen voor de sector, onder andere door de groeipijnen die de sector ervaart. Hopelijk kunnen we er als sector wel gezamenlijk wat sterker uit komen”, aldus nog Leander Hex. “Los van corona kunnen we moeilijk voorspellen wat er uit de grond zal komen”, zegt Marc Van Herreweghe (Mydibel-groep). “We zijn daar wel mee bezig. Wij investeren in digitale technologie en benaderen dus met data wat we kunnen doen. Het zijn uiteraard uitzonderlijke jaren en aardappelen zijn een product dat op het juiste moment het juiste nodig heeft – zon, water en de juiste temperatuur. Anderzijds, dit jaar wordt een zeer normaal jaar qua opbrengst. Het ligt helemaal in lijn met de gemiddelden. Dat is een optimale situatie waar we voor willen gaan. Te veel of te weinig is nooit goed. Het klopt dat we momenten van droogte hebben gehad en dat we minder beregencapaciteit hebben dan andere landen. Maar toch wordt 2020 een correct jaar. Omdat we bij Mydibel verticaal geïntegreerd zijn en goede contacten met onze telers onderhouden, zijn we goed geplaatst om dat te weten. We moeten gewoon zorgen dat we goed samenwerken met de overheid en het tekort aan water opvangen. Het is een verantwoordelijkheid die we allemaal dragen. Maar corona, zoals ik al zei, daar is niemand tegen opgewassen.”
Chris Craps
Geef als eerste een reactie